Zoeken in archieven

Willem Adriaensz, timmerman, en Roeloff Reijnertsz, bootsgesel, verklaren op verzoek van Hendrick Adriaensen, schipper van het schip Hollandia, dat zij op 5 januari 1652 in Tessel aankwamen uit de Franse eilanden, vergezeld door veel Fransvaarders. Het waaide hard en het vroor hard.
Bij beter weer zeilden zij met 30 of 40 schepen naar Meedenblick.
De voorste schepen komen binnen, de diepgaande verstoppen de haven.
Zij gaan met 20 schepen voor anker. Zij worden door een schip geraakt en lopen zoveel schade op dat zij op de zeedijk raken.
Door kruiend ijs gaat touwwerk stuk, zij zijn schuldloos in het ijs geraakt.
Op 17 of 18 januari bereiken zij eindelijk de haven om schip en lading te bergen. De havenmeester hakt het kabeltouw af.