Zoeken in archieven

Jacob Pauwelsz, commandeur van 46 jaar, Jan Pietersz van der Velde, commandeur van 32 jaar, Leendert Govertsz, equipagemeester van 46 jaar, Arien Krijnsz, harpoenier van 50 jaar, Arien Jansz Evenblij, gewezen commandeur en harpoenier van 48 jaar, en Maerten Andriessen de Aep, commandeur van 39 jaar, die allen diverse malen op walvisvaart naar Groenland zijn geweest, verklaren op verzoek van Willem van den Brouck en Gerbrand Warnaartsz, wonende in Amsterdam, dat zij zeker weten dat de vangers en doders vele walvissen door storm, onweer, ijsgang, enz. hebben moeten loslaten. Ook hebben zij vissen die al aan het schip vastzaten door bovengenoemde oorzaken moeten loskappen om volk en schip te behouden. Deze ronddrijvende vissen werden dan door anderen als hun eigendom meegenomen, ondanks dat zij wisten dat die vissen door anderen gedood of gevangen waren. Zolang zij in deze walvisvangst bezig zijn, is het gebruikelijk dat de laatste vinder van de vis de eigenaar is en niet degene die de vis eerder gedood of gevangen zou hebben.