Zoeken in archieven

Steffenia Adriaensdr Brants huisvrouw van
Roelant de Leeu
procureur voor den hove van Utrecht
Utrecht,
legateert 600 gulden aan haar zuster
Cecilia Brantsdr vrouw van
Jan Caerle Wanten.

Pieter Pietersz man van
Anneken Brandts,
Anthoni van Minnenbeeck man van
Lijntgen Brandts,
Adrian van der Steen, mede namens
Franchoys van der Laen man van
Aeltgen van der Steen,
machtigen hun zwager
Jan Caerle van Wanten,
om een huis te Dordrecht over te dragen aan de weduwe van
Cornelis Pietersz
visscher.
Zij hebben het huis geerfd van hun moeder en schoonmoeder
Stephania van Voort.
Het huis was al te voren namens hen door
Adriaen Huybertsz verkocht en is genaamd de
Landtscroon te
Dordrecht.
33
De akte is niet ondertekend.

Beatrix Roovers weduwe van
Gerrit Lodewijcxsz van Breuckel,
benoemt tot haar erfgenamen haar kinderen
Jacob Gerritsz Breuckel, en zijn dochter
Geertruyt Jacobsdr,
Cresiana Gerritsdr en haar schoonzoon
Fransois Lodewijcx,
die nog de kooppenningen onder zich heeft van haar huis
de Bierwagen te
Breda,
en van een beemt in de
Haechstraat bij Breda.

Beatrix Roovers
herroept haar hiervoor staande testament d.d. 03.10.1616.
Gepasseerd ten huize van
Francois Lodewijcx.