Zoeken in archieven

Claes Maertensz
waert in het Goude Laken
Marcktvelt,
benoemt tot algeheel erfgenaam zijn vrouw
Aechge Maertensdr.

Cornelis Jacobsz Blomert en zijn vrouw
Maertgen Cornelisdr,
benoemen elkaar tot erfgenaam met voorzieningen voor zijn
dochter Anneken Cornelisdr.

Jan Jacobsz de Leest
benoemt tot erfgenamen zijn broeder
Maerten Jacobsz de Leest;
zijn neef Adriaen Janssen zoon van zijn zuster
Trijntgen Jacobsdr,
en zijn neven
Joost Cornelisz en
Cornelis Cornelisz, zonen van zijn broer
Cornelis Jacobsz;
met legaten aan de kinderen van zijn halfzuster
Neeltgen Kerssen en aan
Cornelis van Crimpen alias Leest zoon van
Pieter Michielsz Leest zijn cousijn.
In de erfenis bevindt zich een custingbrief staande op een
huis tegenover de
Drie Horentkens
brouwerij
Lombartstraat, Turfmarckt.
13
Volgens aantekening in de marge is deze akte in oktober 1614
herroepen.

Maertgen Thijssensdr weduwe van
Gheen Willemsz
Ouderkerk aen de IJsel,
legateert aan haar dochters
Baertgen Gheenendr,
Grietgen Gheenen,
drie en een halve morgen land gemeen met
Justina Tijssendr en
Teunis Brantsz, belend door
Cornelis Ariensz en
Ewout Aertsz Steenplaetser,
tevens legateert zij een rente ten laste van
Sent Cornelisz Besemer,
ter compensatie van hetgeen haar zoon
Mathijs Gheenen bij zijn huwelijk teveel heeft ontvangen.
De landerijen zijn gelegen tussen de Loet en de IJssel
in het ambacht van Ouderkerk a/d IJssel.