Zoeken in archieven

Margareta van Waasbergen, weduwe van Davidt van Hoogenhuysen, laat aan haar dochter Anna van Hoogenhuysen, vrouw van Cornelis van der Mast, bakker, een legaat van 200 gulden en met haar zoon Andries van Hoogenhuysen, boekverkoper, zal eerst een verrekening plaats hebben wat betreft de schuld die hij bij haar overlijden heeft. Over de verdere afhandeling hiervan maakt Margareta een aantal bepalingen.
Tot haar enige erfgenamen benoemt zij naast haar reeds genoemde zoon Andries en dochter Anna haar dochter Margareta van Hoogenhuysen, vrouw van Maarten Boogaarts, scheepmaker in Alphen.
Tot voogden over haar eventuele minderjarige erfgenamen en tot executeurs van dit testament stelt zij genoemde Andries en Maarten Boogaarts aan.

Johan Dircksz van Nederveen, schout van Capelle, laat aan zijn dochters Lijntgen en Aeltgen Jans van Nederveen, vrouw van Joachim Adriaensz Verster?, resp. een legaat van 200 en 300 gulden na. Tot zijn enige erfgenamen benoemt hij zijn kinderen Dirck Jansz van Nederveen, Geertruyt Jans van Nederveen, vrouw van Jan Aryensz Hoorsman, Janneken Jans van Nederveen, vrouw van de lakentrappier Sebasteaan van Es, Aeltgen Jans van Nederveen, Wouter Jansz van Nederveen, Aryen Jans van Nederveen en zijn genoemde dochters Lijntgen en Aeltgen. Tot voogden over zijn minderjarige erfgenamen en executeurs van zijn testament stelt hij zijn broer Gerrit Dircxsz van Nederveen, oud-burgemeester van Waalwijk, en genoemde Sebasteaan van Es aan.
Deze akte is opgemaakt in het huis van Sebasteaan van Es, genaamd De Wolscheyer, gelegen aan de westzijde van de Lombartstraat.

Jacobus van Wouw, advocaat, wonende aan de zuidzijde van de Hoogstraet, herroept zijn testament dat hij d.d. 5 september 1655 voor deze notaris heeft opgemaakt.
Hij laat nu als legaat 5000 gulden na aan Abraham en Anna Vredenburgh, kinderen van wijlen zijn zuster Clara van Wouw, van welke kinderen wijlen Willem van Vredenburgh, raad en vroedschap en schepen, de vader is.
Tot zijn enige erfgenamen benoemt hij de kinderen van zijn zuster Maria van Wouw, van welke kinderen wijlen Otto Celkert, doctor medicine, en de kinderen uit een eventueel volgend huwelijk. Maria zal gedurende haar leven het vruchtgebruik van zijn goederen ontvangen. Verder legateert Jacobus 300 gulden aan Joan van der Graeff, apotheker, en aan zijn neef Casparus Celkert, zoon van Otto Celkert, o.a. zijn "rariteyten en boeken". Bij kinderloos vooroverlijden van Casparus gaat dit legaat naar zijn oudste broer en bij kinderloos vooroverlijden van deze broer naar de andere broers en zusters van Casparus.
Tot executeurs van het testament en voogden over de erfgenamen en over Abraham en Anna Vredenburgh stelt hij zijn moeder Anna Lansbergen, weduwe van Abraham van Wouw, en zijn oom Samuel Lansbergen de Oude en zijn neef Samuel Lansbergen de Jonge, dienaren des Goddelijke Woorts van de Remonstrantse Gemeente, aan.
Als de erfgenamen na overlijden van Jacobus protest tegen dit testament aantekenen, komen hun rechten te vervallen.

N.B. De naam Van Wouw wordt tevens als Van Wou geschreven.

Clement Joachimsz, 18 jaar, wonende in Charlois, benoemt zijn vader Joachim Jansz tot zijn enige erfgenaam.