Zoeken in archieven

Rijk Basteaansz Niele, zakkendrager, en zijn vrouw Grietgen Claes, wonende in de Leeuwelaan?, benoemen hun kinderen Janneken Rijken, weduwe van Pieter Cornelisz, Claes Rijken en Aeltgen Rijken, vrouw van Abraham Willemsz, tot erfgenamen, voor wat hen bij hun huwelijk of andere momenten gegeven is. Dit is hun legitieme portie. Aan hun nog ongehuwde dochter Heyltgen Rijken laten zij hun kleren en allerlei beddengoed na als haar legitieme portie.
Het echtpaar benoemt elkaar wederzijds tot hun erfgenaam.

Cornelis Cornelisz Goetmaat, semelverkoper, en zijn vrouw Oede Pieters Bos, wonende aan de noordzijde van de Begijnestraet, benoemen elkaar wederzijds tot hun erfgenaam.

Gijsbertgen Groenrijs, bejaarde ongehuwde dochter, die bij Cornelis Graven op de Wijnhaven woont, laat aan de armen van de Vlaemsche Mennonisten Gemeynte een legaat van 100 gulden na en aan Pieter de Wint, zoon van wijlen Pieter de Wint de Oude en van haar zuster Jannetgen Groenrijs, en aan de kinderen die Jannetgen in een volgend huwelijk zal krijgen, 1000 gulden. Jannetge zal het vruchtgebruik van deze 1000 gulden ontvangen. Bij vooroverlijden van de kinderen komt het geld toe aan Jannetgen.
Gijsbertgen benoemt Jannetgen tot haar enige erfgenaam en bij haar vooroverlijden haar kinderen. Als voogden over de minderjarige erfgenamen stelt zijn haar neef Jannes Groenrijs en de genoemde Cornelis Graven.

Heinrik van Tikkenburch , wijnkoper, en zijn vrouw Elsgen Jans Hellemans, wonende aan de westzijde van de Leuvehaven, benoemen elkaar wederzijds tot hun erfgenaam.

N.B. Heinrik tekent met Henderick van Tickenburch.