Zoeken in archieven

Joannes van Gilde, glaas-schrijver, weduwnaar van Helena Stavle, wonend te Dordrecht, en Anna Cornelis Thiele, weduwe van Corsteaan Hoogstrate, wijnkoopster, maken voorwaarden voor hun a.s. huwelijk.
Zij maken elk een inventaris van hun goederen, er zal geen enkele gemeenschap van goederen zijn.
De bruid doet haar eigen administratie met machtiging van de bruidegom.
Na overlijden van de bruidegom mag de bruid tot 3 maand na het overlijden kiezen of zij zal participeren in winst en verlies.

Jan Theunisz van Heel, martschipper op Gent, en zijn vrouw Grietge Leenderts Goethout benoemen elkaar tot enig erfgenaam en voogd.
Kinderen worden mede-erfgenaam in plaats van de legitieme portie.
Als Jan eerst sterft zonder kinderen na te laten legateert hij kleding aan de naaste familie en moeije.
Als Grietge als eerste sterft zonder kinderen na te laten legateert zij kleding aan haar moeder als haar vader dan al overleden is.
Als beide ouders nog leven benoemt zij hen tot erfgenamen in de legitieme portie.

Grietge Dirkx van Noorden, weduwe van Jacob Mattheusz van der Mijlen, wonend aan de zuidzijde van Broeresteeg, benoemt haar kinderen tot universele erfgenamen, te weten Petronella Jacobs van der Mijlen, Trijntgen Jacobs van der Mijlen, Jacobus Jacobsz van der Mijlen en Aelbrecht Jacobsz van der Mijlen.
Zij moeten de legitieme portie uitkeren aan Mattheus Mattheusz van der Mijlen, zoon van haar overleden zoon Mattheus Jacobsz van der Mijlen.
Zij benoemt haar zwagers Jasper Gerritsz, scheeptimmerman, en Arent Ysaaksz van der Harst, stierman, tot voogd.

Fredrik van der Graeff den ouden, wonend aan de zuidzijde van 't Hang, benoemt zijn vrouw Catarina van Velsen tot enig erfgenaam voor de helft en voor de andere helft benoemt hij hun zoon Fredrik van der Graeff de jonge.
Fredrik benoemt zijn vrouw tot voogd.