Zoeken in archieven

Heijnrick de Bruijn, boeckvercooper, en zijn vrouw Maria van Fernij, wonend aan de westzijde van de Westwagestraat, herzien hun testamenten die zij bij notaris Pieter van Groenevelt in 's-Gravenhage op 13-8-1651 en 10-5-1657 gemaakt hebben en de huwelijksvoorwaarden bij deze notaris d.d. 26-12-1658.
Zij keuren het testament d.d. 24-1-1659 bij deze notaris goed, waarin zij hun huwelijksvoorwaarden d.d. 26-12-1658 te niet doen.
Zij benoemen elkaar tot enig erfgenaam en voogd.

Neeltgen Corssen, gehuwd met Abraham Abrahamsz van Beemden, benoemt tot enig erfgenaam haar dochter Annetgen Abrahams van Beemden, of Annetges kinderen.
In het geval die erfgenamen er niet zijn benoemt zij haar zusters Heijnrickgen en Claesgen Corssen, of hun kinderen.
De erfgenaam/erfgenamen mogen niets doen met het graf met sarck in de Ste. Laurenskercke in 't choor met nr.47, het moet eeuwig in eigendom blijven van haar bloedverwanten van vaders of moeders zijde.
Bij onenigheid gaat het graf naar de dienaren des Goddelijken Woorts van de Remonstrantse gemeente als legaat.
Zij benoemt haar swager Jan Kalf te Schiedam en Jan Jansz Sluijter, lakenkooper, tot voogd.

Annetgen Abrahams van Beemden, jongedochter van ruim 17 jr, benoemt haar vader en moeder Abraham van Beemden en Neeltgen Corssen tot erfgenamen in de legitieme portie.
Als zij zonder kinderen overlijdt benoemt zij haar moeder tot enig erfgenaam, eveneens in het geval haar vader voor haar sterft en de moeder nog in leven is.
In het geval geen van deze personen nog in leven is benoemt zij haar moeijen Heijnrickgen en Claesgen Corssen, of hun kinderen, tot erfgenaam.

Willem Tijmensz Jerusalem, naeldemaker, jongman, en Hester Jans Vergeer, jongedochter, maken voorwaarden voor hun a.s. huwelijk.
Willem wordt bijgestaan door zijn ouders Tijmen Cornelis Jerusalem, meester-cleermaker, en Janneken Cornelis.
Hester wordt bijgestaan door haar 3 voogden Jacob Pieters van den Bos, meester-schrijnwercker, Jacob Queborn, coopman, en Heijnrick Thijsz Wibeeck, meester-schrijnwercker, haar oom, en Tanneken Heijnricx Makoly, haar moeije.
De inventaris van de goederen van de bruid bevindt zich op de weeskamer en wordt goedgekeurd door de bruidegom.
Winst, verlies en erfenis zullen gemeen zijn.