Zoeken in archieven

Willem Reijers, chirurgijn, en Matthijs Lambregtsz Starck,volgens een op 29-11-1656 bij Van Aller gepasseerde acte gemachtigde van Daniel Huart (Huaert), vader van de minderjarige Abraham Huart, wonend te Middelburg in Zeeland, komen overeen dat Abraham Huart voor de tijd van 2 jaar bij Reijers in de dienst komt als knecht. Dit contract loopt vanaf 7 september 1655 tot 7 september 1657. Huart betaalt daarvoor 12 Vlaemse ponden per jaar en 42 Carolusguldens aan Willem Reijers voor kost en inwoning in diens huis.

Martijntge Pieters, vlaskoopster en weduwe van Deonijs van Vijven, verklaart een huis aan de westzijde van de Hoogstraat te hebben verhuurd aan Arent Samuelsz van Mourick, varensgezel, voor 300 Carolus-guldens per jaar. Het huurcontract gaat in op 1 mei 1657 en geldt voor 4 jaar. De huur moet per half jaar betaald worden.
Het huis ligt ten oosten van dat van Francoijs Geschier en ten westen van Van der Graaff.

N.B. Zie akte nr. 67.

Anna Conijn, weduwe en boedelhoudster van Derrik(?) de Konink verkoopt haar huis aan de zuidzijde van de Raamstraat aan Glaudij Laudijn, meestermetselaar. Haar perceel grenst in het oosten aan dat van Jozias Jansz Krooswijk, de buurman in het westen is Jan Pietersz en aan de achterzijde ligt het huis van Ysaak Thomas Thooff.
Vermeld worden giftebrieven van 19-09-1595, 12-05-1617 en 25-07-1618.

Lijsbeth Andries Schuijtgens, weduwe en, volgens een door notaris Isaak Troost op 10 mei 1649 gepasserd testament, universeel erfgenaam van Crijn Huijbregtsz van Nijdek, verklaart haar huis aan de oostzijde van de Westmolensteeg te hebben verkocht aan kleermaker Aernoud Jansz Lammens. Het huis grenst in het noorden aan de gang van het huis, genaamd 'Het Gulden Laken', in het zuiden aan dat van wijlen Pieter van ?? dat zich uitstrekt van voor aan de straat tot achter 'Het Gulden Laken'.

(N.B. Zie ook akte nr. 5.)