Zoeken in archieven

Trijntgen Jans, vrouw van Michiel Michielsz, schipper, is door haar man bij notaris Pieter de Paus op 19-2-1656 gemachtigd om de penningen te vorderen en te ontvangen die hem van de Oostindische Compagnie toekomen en om zich te laten vervangen.
Michiel is met het schip Dort voor de kamer van Delff naar Oostindien vertrokken.
Trijntgen benoemt Maartge Arijens, vrouw van Jan Pietersz Tolk, om bij de Kamer te Delft de maandgelden en gage te vorderen en te ontvangen die zij volgens de procuratie d.d. 10-2-1656 tegoed heeft.

Simon Vliedthoorn, koopman, wonend te Leijden op het Steenschuer, machtigt Ysaak van Ruijgt, gerechtsbode, om van Claes Claesse, toubacqverkoper, 317 gulden te vorderen en te ontvangen voor leverantie van 3 stukken grijnen.

Jacob de Vries, gehuwd met Maijken Maes, en Harman Cornelis Hoff, gehuwd met Pietronella Maes, ook handelend voor Tobias van Haam te Amsterdam, die gehuwd is met Janneken Maes, zijn allen nagelaten kinderen van Cornelis Arentsz Maes.
Zij zijn met Pieter Garselaars, schipper te Breda, en Daniel van Donk, koopman, wonend in Nieu-Nederlant, nagelaten zoon van Sara Arents Maes, zijn erfgenaam, elk voor 1/3 deel, erfgenaam van Jacob Arentsz van Breda, alias Maes, hun oom van vaders zijde, die in dienst was van de Oostindische Compagnie voor de Kamer van Delff als onder-zeilmaker op het schip Delfft, uitgevaren naar Oostindien in 1651.
Zij machtigen hun zwager Adriaen Maes, winkelier, om van de bewindhebbers van de Kamer te Delft de maandgelden en gage te vorderen en te ontvangen die Jacob Arentsz tot aan zijn dood te goed heeft.
N.B. Jacop de Vries plaats een naamstempel in plaats van een handtekening.

Moyses Ouseel (de Jong), koopman te Leijden, man en voogd van Weijntgen de Reus, die mede-erfgenaam is van Cornelis Pieterse Wthoek, machtigt Martijntgen Gerbrants Bos, weduwe van Jasper Baltusse Teube, om van Pieter Verschuren, Pieter Bos en Pieter van der Heul (gestelde voogden en administrateurs over de kinderen van Marten Eeuwoutse de Reus en de goederen, die door hen van Wthoek zijn geerfd) voor de schepenen of weesmeesters rekening te vorderen van de door Wthoek nagelaten goederen en na die ontvangen te hebben, voldoening te eisen van de portie die Weijntgen de Reus toekomt en de zaak af te wikkelen.