Zoeken in archieven

Aelbrecht Ballebiaen, chirurgijn op het schip "De Eendracht" en wonend te Delft, verkoopt een obligatie van 200 gulden aan Willem Michielsz Doeleman, de verkoop heeft plaats gevonden en gepasseerd bij notaris Melchior van der Burgh. Voor deze obligatie staat Frans Jansz van Dusseldorp borg, thans ontheft hij zijn oom Frans Jansz van Dusseldorp van deze borgtocht.

Machteltge Arijens, weduwe van Theunis Juriaens, in zijn leven leijendekker, en Jacob Willems, schoenmaker, als voogd over de kinderen van Maertge Theunis overleden mans moeder en grootmoeder. Machteltge en Jacob dragen over aan Dirck Harmans een deel van een obligatie van 121 gulden over aan Jan Heijndricks Vermeij. De akte is op 12 dec. 1650 gepasseert bij deze notaris. De obligatie was oorspronkelijk groot 363 gulden. Maertge verklaart geheel voldaan te wezen.

Claes Jansz Mantgens, schipper wonend in het dorp Langedijk in Noord-Holland, overhandigd aan Adriaen Wagenvelt, koopman, de rekeningen van vrachtgelden die hij tegoed heeft van Jan Taet, Schotskoopman, en Willem Cobarse, varendeman, beide wonend in Edenburgh in Schotland. Adriaen voldoet de rekeningen en Claes is daardoor geheel voldaan.

Pieter Fiool, wijnkoper, draagt een huurcedule over aan Adriaen Cornelisse Verdoes. Adriaen handelt namens zijn zusters en broers, erfgenamen van hun ouders Elisabeth Adriaens en Cornelis Heijndrickse Verdoes en hun overleden zuster Aeltge Cornelisdr Verdoes. De huurcedule staat op een huis gelegen aan de westzijde van het Oppert, daarin woont Jan Mulder, wijnkoper. Jan Mulder heeft nog een huurachterstand van 2000 gulden. Verdoes mag enige druk uitoefenen op Mulder voor het verkrijgen van de achterstallige huurpenningen.