Zoeken in archieven

Cornelia Aenraets (Anraets), weduwe en erfgename van Andries Coenen van Beeringen, die uit kracht van een obligatie van 4000 gulden met de verlopen rente, die door wijlen jonker Charles de la Ruelle, gewoond hebbend in Rotterdam, en Jan Aertsz Buijs, wonende in Geertruidenberg (G. den Berch), in aanwezigheid van Melis Jan Melisz, notaris in Breda, op 15 juni 1616 aldaar ten behoeve van jonker Andries van Beeringen, wonende in Breda, onderhands is opgemaakt ten laste van de boedel van Charles de la Ruelle, door berekening van rente aanspraak maakt op een bedrag van 8694 gulden, heeft dit bedrag ontvangen, waarmee de genoemde boedel ontlast wordt. Hierna wordt uitgebreid ingegaan waaruit dit bedrag is samengesteld en hoe de uitbetaling heeft plaatsgevonden, waarbij de volgende namen genoemd worden: wijlen Johan van den Andel; Cornelis Otgens (Otiens), oud-secretaris van Oudenbosch, als executeur van het testament van wijlen Cornelia Aenraets; Anthonis (Anthonis) Copal, man van Anna van Beeringen, enige dochter en erfgenaam van genoemde Cornelia, en tot slot Jan Pedij, curator over de boedel van Charles de la Ruelle. Cornelis Otgens, geassisteerd door genoemde Copal, sluit met Jan Pedij, geassisteerd door Pieter Blanckert, schepen alhier, en Francoijs Verssen,oud schepen alhier, een overeenkomst hieromtrent, waarbij de volgende namen worden genoemd: Christoffel Pietersz de Grave, burgemeester van Philippijn als gemachtigde van genoemde Copal, die weer d.d. 15 augustus 1647 gemachtigd is door genoemde Jan Aertsz Buijs bij de schepenen van de heerlijkheid Waterdijck. Verder worden een derde deel van een perceel land of schorren van 110 gemet, 56 roeden van genoemde Buijs genoemd, gelegen in de Isabellepolder van Waterdijck, waarbij een akte d.d. 15 augustus 1747 vermeld wordt die door Christoffel Pietersz de Grave is opgemaakt voor de schepenen van de heerlijkheid Watervliet, en 88 gemet, 11 roeden schorren, die nu in bezit zijn van de erfgenamen van wijlen