Zoeken in archieven

Henrick de Hooch verhuurt aan Pieter van Welg, (die hier mede compareerde) een huis gelegen aan de westzijde van de Lommertstraat, aan de achterzijde grenzend aan de Rotte. Pieter huurt het voor een tijd van 4 jaar ingaande mei a.s. De huurprijs is 90 carolusgulden per jaar, te betalen ieder halfjaar 45 carolusgulden. De huurder mag een muurtje tussen de keuken en het voorhuis wegbreken, maar moet het terug plaatsen als de huur beëindigd wordt

Johan Besemer, voogd over de minderjarige kinderen van Leonard Spaen, zaliger, verwekt bij Margareta Besemer, en Frans Joppen. Om de kinderen te beschermen machtigen zij Theodorus Pelt met wie Margareta thans is getrouwd. De machtiging is inzake de broers Hans en Michel Fellebier die een schuld bij de minderjarige kinderen hebben. Theodorus mag daartoe alle macht gebruiken zo nodig het gerecht inschakelen om de schuld te innen.

Theunis Zegers wonend te Venroy bekent dat hij aan Belijtge Jansdr weduwe van Jacob Sijmonsz van Venroy schuldig is een geldsom van 300 Carolusgulden die hij in contanten heeft ontvangen. Mocht hij met aflossing in gebreken blijven dat laat hij zich vrijwillig gijzelen door de procureurs van de Hove van Holland en West Friesland.

Theunis Theunisz wonend te Venroy bekent dat aan Belijtge Jansdr weduwe van Jacob Sijmonsz van Venroy schuldig een geldsom van 200 carolusgulden, die hij in contanten heeft ontvangen.