Zoeken in archieven

Jannetge Daniëls huisvrouw van Pieter Gerritsz van Breda die thans in Oost-Indiën verblijft, verklaart dat zij aan Anthony van Kempen schuldig is een bedrag van 244 carolusgulden voortkomend uit achterstallige huurschuld zij belooft het terug te betalen.

Grietge Melsen weduwe van Govert Govertsz, boormaker, verkoopt aan Philips Erkelens Smith, die hier mede compareerde een huis met erf. Het huis staat aan de zuidzijde van deWijnstraat, belendingen: oost: Helena van Soelen, west: Ewout van Couwenhoven, en aan de achterzijde Marinus Marinusz. Bij het huis behoort een pomp met waterloop wat gemeenschappelijk is met genoemde Marinus Marinusz. Het huis is belast met een rentebrief van 2700 carolusgulden, daarnaast betaald de koper nog 800 carolusgulden. De aanvaarding is 1 mei a.s.. De kosten komen voor rekening van de koper.
Getuigen waren Hendrik Jacobsz, stadsredetrekker, en Adriaen Theunisz van Heusden, meester timmerman.

Adriaen van Aller en Claes Deijnoot getrouwd met Petronella van Aller, sprekend mede namens hun moeder die uitlandig is en hun broer (zwager) Cornelis van Aller die thans is Oost-Indië verblijft, en vervolgens alle verdere erfgenamen van Jacob van Aller en Neeltge Cornelisdr, hun overleden grootouders. Zij verkopen een huis met erf aan Adriaentge Claesdr weduwe van Andries Jansz van Os, die hier mede compareerde. Het huis staat aan de oostzijde van de Lombartstraat op de hoek van de Kalverstraat. Belendingen: noord: Arnout Arentsz Vestbach, en van voor aan de straat tot west aan de gang van Maertge Willemsdr weduwe van Willem Jansz. De belastingen komen toe aan het Catharijne Gasthuijs te Leiden te beginnen op 1 mei a.s.. Daarenboven moet Adriaentge nog 824 carolusgulden plus de kosten koper betalen.
N.B. getuigen waren Salomon Cozijn en Jacob van Duijn.

Elias de Raet te Breda, geeft de notaris wederom opdracht om naar de weduwe Johan de Meij, die in zijn leven koopman te Rotterdam was. (De notaris was eerder op 20 november geweest) Johan kwam op 20 november 1655 in bezit van een aantal effecten die toe behoren aan de twee zusters van de overleden baron Johan Raeije, baron van Heucqueville te Rouan in Frankrijk. Elias de Raet heeft besloten het aan te melden aan de Hove van Holland met de vraag om de weduwe te dagvaarden. De notaris gaat op 8 januari naar de weduwe die echter niet thuis was daarom geeft de notaris een copy aan haar zoon Joannes de Meij. De laatste verklaart dat zij ten allen tijde opening van zaken te doen tegenover de secretaris Houttuijn zij wachten nog op een reactie.