Zoeken in archieven

Catalijna Aertsen, weduwe van Maerte Willemsen, legt een verklaring af op verzoek van Grietge Pieters, weduwe van Davit Sandersen, wonende in de Valkensteeg. Zij verklaart dat zij op order van notaris Jacob Delphius, Pieter Jacobsen van Braeckel en Barent Flooren was gelast om te dienen bij de zieke Margrieta de Heer, wonende op de Nieuwehaven in het Schotse Leger, en opgedragen was om hen te melden wanneer de genoemde Margrieta een obligatie zou willen maken, betreffende een bedrag van 400 gulden, die deze had geleend van de moeder van de requirante. De lening is gedaan ten tijde dat Gaem Pietersen, de broer van de requirante, is uitgevaren.