Zoeken in archieven

Adriaen van den Berch (Bergh) en zijn vrouw Arentje Meijnderts Calckman dragen aan Cornelis Crijnen Ketelaer en Aeltje Meijnderts Calckman de helft van 49 slingers met pezen over, die gebruikt worden bij de haringvangst en die bij Jacob Jansz Meuls liggen, gelegen aan de westzijde van de Leuvenhaven bij het Nieuwe Hooft. Verder dragen zij 221 gulden over als restant van een grotere som geld uit het moederlijk deel van genoemde Arentje en nog 30 gulden aan rente; dit volgens het testament van Meijndert Arijensz Calckman en Sara Lourens, gepasseerd d.d. 3 december 1650 bij notaris Vitus Mustelius. Het betreft een bedrag van 501 gulden totaal, 250 gulden voor de slingers en pezen en 251 (221+30) gulden hierboven gemeld, wat verrekend wordt met een obligatie van 800 gulden, door Arij Stoffelsz Bosman d.d. 24 mei 1664 onderhands opgemaakt. Adriaen en zijn vrouw verklaren geen recht of vordering te zullen hebben, op wat zij beweerden, op het leverhuis in Schoonderloo. Cornelis Ketelaer en Aeltje Calckman accepteren deze overdrachten en zijn tevreden.