Zoeken in archieven

Jan Louwerensz van Gent, korenmolenaar op de molen de Papegay, weduwnaar van Maertje Michiels van Wachtendonck, wonende buiten de Delftsepoort in Cool, komt met Jan Jacobsz van Bree, man van Annitge Jacobs Exstage, voor zichzelf en Neeltje Joosten Exstage, meerderjarige ongehuwde dochter voor zichzelf en genoemde Jan Jacobsz van Bree en Jan Engelen als voogden over Catharijna Joosten Exstage, 23 jaar oud, van wie genoemde Maertje Michiels van Wachtendonck de moeder was, en met Bijstant Coolbrant als voogd over Marietje Govers, 19 jaar, van wie genoemde Maertje ook de moeder was, en verder met Engelbrecht Michielsz van Wachtendonck, bloedoom en voogd over Helena Jans van Gent, 12 jaar, tevens dochter van genoemde Maertje, overeen dat met goedkeuring van de Weesmeesters hij (Jan) aan de meerderjarige en aan de voogden van de minderjarige kinderen sieraden en kleding van zijn vrouw zal geven. De sieraden, waaronder een dubbele gouden hoepring en verder zilveren voorwerpen, worden in de akte beschreven. Jan zal de kinderen onderhouden, leren lezen en schrijven en een handwerk laten leren tot hun meerderjarigheid of trouwdag en verder alle schulden voor zijn rekening nemen. Jan erft alle verdere roerende en onroerende goederen.