Zoeken in archieven

Deze arbitragezaak bevat 5 akten, die niet in chronologische volgorde staan.
Op deze datum verklaren voor notaris Leonard van Zijl Theodorus Pelt, ontvanger, man van de weduwe van Leonard Spaen, aan de ene kant en Joris Meijn, Schots koopman, dat er tussen hen een proces was voor het Hof van Holland met Joris Meijn als verweerder. Van Pelt houdt als ontvanger vol dat Meijn hem een obligatie van 1 maart 1657 van 243 gulden ten profijte van genoemde Spaen moet voldoen. Joris zegt dat hij de obligatie betaald heeft. Om alle onlusten te vermijden stellen zij 2 arbiters aan, nl. de kooplieden Cornelis Blonck en Wouter Lijsman, met de mogelijk een superarbiter aan te stellen.
N.B. Zie voor de andere 4 akten de nummers 180 en 181 van dit inventarisnummer.