Zoeken in archieven

Aelbregt van Lier, kleemaker, 42 jaar, Joannes van der Hoeven, 20 jaar, leggen een verklaring af op verzoek van notaris Adriaen Hoogendijk, die procuratie heeft van Rutgert van der Lith en Cornelis Maertensen de Regt, executeurs van het testament van wijlen Maria Adriaens Hoogendijk. Zij verklaren dat:
- zij op heden in het dorp Portugaal zijn geweest, onder andere in het huis van herbergier Arijen Clootwijk
- zij erbij aanwezig waren toen de requirant, in presentie van Aert van Driel, dijkgraaf, baljuw en schout van Albrandswaard, vragen stelde aan Pieter Vermaet, president-schepen van Poortugaal, en aan Claes Claesen Meij, Jan Staetsen van Gelder, Cornelis Hendriksen Pervaes en Jan Joosten Visser, schepenen van Poortugaal
- dit verband hield met een zekere akte van justificatie, verleend aan Jacob van Bijemond, schout en secretaris van Portugaal en secretaris van Hoogvliet, Pernis en Albrandswaard.
- de akte hield in dat Bijemond suffisant zou zijn voor de borgtocht die hij op 19 februari 1668 heeft gepasseerd voor de koopsom van 10 morgen land, gelegen in de Hitsert
- het land was gekocht door Johan van der Graef, wonende te Oud-Beijerland

Genoemde Van Gelder was van mening dat de akte betrekking had op een stuk land, genaamd 'De Schaepsweijde', gelegen te Portugaal, dat toebehoorde aan Adriana Hoogewerf. Pervaes en Visser dachten dat de akte verband hield met een erfportie van de boedel van Maria Hoogendijk, dat door Bijemond was gekocht van Hillegond Hoogendijk, en dat Bijemond en zijn klerk Van Campen niet hadden gezegd dat het ging om de 10 morgen land.