Zoeken in archieven

Niclaes van Dussen en Maria Simons van Kijck, echtelieden, wonend op de Hoogstraat, maken een langstlevende testament. Er is een bepaling ten aanzien van hun oudste dochter, genaamd Maria van Dussen, getrouwd met Adriaen Balckenende. Ook is er een bepaling ten aanzien van Lidia van Dussen, voordochter van de testateur, gehuwd geweest met wijlen Jan Denis en nu gehuwd met Willem Adiaensen Balckenenden, die toen zij weduwe was door de testateur was ingezet om in de parochie van 't Heemse een winkel van lakens en stoffen waar te nemen.

Rosijntgen Jans, wonend in het proveniershuis buiten de Delftse Poort, benoemt tot haar enige en universele erfgenamen Cornelia de Jongh, vrouw van Wouter Jansen Bos, Annetgen Henricx in de Oude Hoofdpoort, en Hilletgen Aelberts, vrouw van Gerrit Gerritsen Stam. Er zijn legaten voor de diaconie van de gereformeerde kerk, het weeshuis, Rombout Jacobsen, kleermaker, en Grietgen Maertens, vrouw van Egbert Meesen.

Leentgen Jans, weduwe van Maerten Cornelisen, wonend te Nieuwerkerk, benoemt tot haar enige en universele erfgenamen haar nog in leven zijnde kinderen, genaamd Jannetgen Maertens, Jan Maertensen, Cent Maertensen, Cornelis Maertensen, Leendert Maertensen en Emmetgen Maertens, alsmede de kinderen van wijlen Maertgen Maertens. Tot voogden van haar kleinkinderen, die hun hiervoor genoemde vader of moeder verloren mochten hebben, benoemt zij Jan Jansen Vorsnel en Jan Claesen Stolcxman, mede wonend te Nieuwerkerk.

Aechie Jacobsdr van Noortwijck, wonend op het Smalsteiger, benoemt haar moeder Annetge Cornelis Delft tot haar enige en universele erfgenaam,