Zoeken in archieven

Cornelis Willemsen Backer, van Bleiswijck, en zijn vrouw Baertgen Jans maken een langstlevende testament. Er zijn bepalingen ten aanzien van hun drie kinderen, genaamd Ariaentgen Cornelis, Jan Cornelisen en Marritgen Cornelis. Tot voogden van hun na te laten minderjarige kinderen benoemen zij Job Adriaensen Seldenthuijs en Jan Adriaensen Jongepiet, beiden wonend te Berkel.

Cornelis Adriaensen Verwael legateert aan zijn moeder Marritge Willems, weduwe van Adriaen Leendertsen Verwael, en benoemt Matthijs Henricxen Gouders en Marritgen Cornelis, echtelieden, zijn zwager en zuster, tot zijn enige en universele erfgenamen.

Govert Jansen, varensgezel, die op reis gaat naar Nantes in Frankrijk, maakt een bepaling ten aanzien van zijn moeder Trijntgen Wagensfelt, en benoemt Jan Sandertsen en Breghgen Cornelis tot erfgenamen.

Pieter Abramsen van der Hest en zijn vrouw Marritgen Huijgen maken een langstlevende testament. Er is een bepaling ten aanzien van Huijgh Lambertsen Plemp, de voorzoon van de testatrice, bij haar verwekt door haar eerste man Lambert Maertensen Plemp.