Zoeken in archieven

Gerret (Gerrit) Jacobsz van ’t Zelfden en zijn vrouw Elizabeth Pietersdr van Driel benoemen elkaar wederzijds tot hun erfgenaam. Zij zullen hun kinderen tot hun mondigheid onderhouden. Bij een tweede huwelijk van de langstlevende zal deze de helft van de boedel afstaan aan hun kinderen.
De eerststervende benoemt de langstlevende tot voogd over de minderjarige erfgenamen. Als Elizabeth als eerste overlijdt, benoemt Gerret als mede voogden zijn vader Jacob Gerritsz van ’t Zelfden, wonende in Rijsoort, en Bastiaan van Es, wonende alhier, en als Gerrit als eerste overlijdt, benoemt Elizabeth als mede voogden haar vader Pieter Cornelisz van Driel, wonende alhier, en een goede bekende Gijsbert Pieters Karsseboom uit Ridderkerk.