Zoeken in archieven

Jacob Querijnen, Claes Ploennen, Jan Centen, Toenis Ingensz, Huijbrecht Ingensz, Arijen Cornelisz, Arije Ploennen, Huijbert Ploennen, Engelbrecht Claesz, Witte Cornelisz Borst, Cornelis Adriaensz in Keete, Jan Arensz in Keete, Cent Arensz, Toenis Cornelisz, Leendert Cornelisz, Willem Leendertsz, Pieter Ploennen, Leendert Leendertsz, Claes Leendertsz, Toenis Leendertsz, Cornelis Ploenen, Geerraert Leendertsz, Geerraert Leendertsz, Pieter Franse, Jacob Jansz Stuijtcaes, Hilletgen Huijbrechts, Jan Geerraertsz, Willlem Ploennen Cocks, de erfgenamen van Pieter Aertsz, Leendert Willemsz, Jan Arensz Toepadt, Cornelis Cornelisz St. Hillebrecht, Dirck Eeuwoutsz, de weduwe van Willem Cornelisz Engelaren of Engelaar? en Claes Egbertsz, allen bewoners van Keeten en de Cralingerdijck, huren de hierna genoemde visserij van Pieter Pietersz van Golen als rentmeester van de vrijbannerheer van Merode tot Petershem, etc., vroonheer voor een vierde deel, jonkheer Jacob van Lanscroon voor een vierde deel, jonkheer Antonie van Burch voor een vierde deel, de weduwe van Pieter van Ossewaerden voor een achtste deel, Maerten Dou, man van jonkvrouw Maria Fijck van der Hove voor 7 delen en jonkvrouw Maria van der Laen, weduwe van jonkheer Willem van Drenckwaert, voor het andere deel van het resterende achtste deel vroonheer in de buitendiepse keetenvroonvisserij, beginnende boven de Bolnessersluijs, strekkende neerwaarts over de Maas voorbij Rotterdam tot Schoonderloo of de Loeve, waar de visserij van de heren van Voorne of de Grafelijkheid begint. Alleen zij mogen daar met 43 schuiten op o.a. elft en zalm vissen, zoals dat ook onder de vroonheren in oude tijden gebeurde. Er worden diverse voorwaarden gesteld, o.a. het schoonhouden van het water en niet toestaan dat een vreemde daar vist. Het is verboden de pacht aan een ander over te doen. De huur is voor 5 jaar, ingaande 1 januari 1639. De huur is jaarlijks 9 pond per schuit, voor 43 schepen 387 pond.