Zoeken in archieven

Rond 1800 beleefde Nederland roerige tijden: het waren jaren van revolutie, strijd tegen Oranje en de Belgische Opstand. Tegen deze achtergrond namen individuen en groepen die niet behoorden tot de stedelijke, protestantse, mannelijke bestuurselite toch volop deel aan het politieke proces. Zij deden dat door gebruik te maken van het belangrijkste politieke instrument van hun tijd: verzoekschriften en petities. Alle autoriteiten in het land, van dorpsbestuurders tot de koning, namen verzoekschriften uiterst serieus. Het recht van petitie werd beschouwd als een fundamenteel politiek recht.

Het boek beschrijft de politieke onrust die in 1848 door heel Europa verspreidde en leidde tot grote en blijvende veranderingen. Daarbij komen ook vragen aan de orde die ook vandaag de dag relevant zijn, zoals de botsing tussen politieke of economische vrijheid en sociale rechten, en de relatie tussen kapitalisme en sociale ongelijkheid. De opstand van het continent fungeerde als een snelkookpan voor politieke bewegingen en nieuwe ideeën. De auteur legt parallellen met onze huidige tijd.

Boek over het hofleven rond koning Willem I (1772-1843) in de periode 1813-1830, waarbij de koning afwisselend resideerde in Brussel en Den Haag. Het boek belicht de rol van vooraanstaande adellijke families en de manier waarop verschillende groepen mensen, waaronder ambtenaren, militairen, ondernemers en kunstenaars, hun netwerk gebruikten om invloed uit te oefenen op de koning. Vrouwen speelden hierin een belangrijke rol.

Artikel over de bemoeienis van de politiek (met name vanuit Den Haag) bij het tot stand komen van vliegveld Waalhaven. Er wordt een parallel getrokken naar de huidige situatie van het vliegveld Lelystad.