Zoeken in archieven

Het echtpaar Cornelis van der Tang en Cornelia van der Drift, wonende in Zegwaart en tegenwoordig in Berkel en Rodenrijs, herroept vorige testamenten etc. Zij maken een testament op de langst levende en bij overlijden van de eerste krijgen de kinderen 25 gulden en benoemt de langst levende voogden.

De notaris geassisteerd door Dirck Dirckse Bovewater en Olaaf Aldertsz Prins vorderen van Cornelis van Stolwijk, meester timmerman in Berkel en Rodenrijs, om een som van 200 gulden te voldoen volgens het testament van wijlen Margaretha Crooneveene gepasseerd bij notaris Jacob Spoors te Hazerswoude d.d. 5 augustus 1720. Govert Cornelisse Kok, erfgenaam van Margaretha Crooneveene, vraagt dit geld nu, met deze akte van notaris Schipper, aan Cornelis van Stolwijk. In de bijlage blijkt dat Cornelis van Stolwijk het geld hem heeft toegeschoven.

Robert Baxter, koopman in Rotterdam machtigt Abraham Vrolijk procureur voor het Hof van Holland.

Scheiding en deling van de goederen van Simon Ariensz Schipper en Trijntje Aldertse Schenk, beide overleden in Berkel en Rodenrijs. Aldert Simonsz Schipper, gehuwd met Annetje Cornelisse Bromer; Lijsbeth Simonsdr Schipper, gehuwd met Reijmbrandt Pietersz Swager; Arijaantje Simonsdr Schipper, huwd met Leendert Ariens de Knegt; Neeltje Simonsdr Schipper voor haar twee kinderen Pieter Leendertsz Uijttenbroek en Simon Leendertsz Uijttenbroek; Maartje Simonsdr Schipper, gehuwd met Gijsbert Pietersz den Ouden; Arij Simons Schipper, gehuwd met Trijntje Pietersdr Uijttenbroek zijnde de erfgenamen. De rekening is opgesteld door Annetje Cornelisdr Bromer, Reijmbrant Pieterse Swager, Lijsbeth Simons Schipper en de beide voogden Jan Pieterse Buijteweg en Aldert Simonsz Schipper gepasseerd bij notaris Simon Heijnrijk Kruger d.d. 7 april 1720.
Levering door de middenstand van Berkel: het klokluiden en grafdelven door Koster, Aris van Winkel ; doodskist gemaakt door Arij Cornelis Klos;medicijnen door chirugijn Heijnrijk van Gelder; dodenmaal geleverd door Cornelis Verburg; drank geleverd door biersteker Heijnrijk Jansz Snoek; winkelwaren door Boudewijn Arentsz Berkel; de gerechtsbode Jacobus de Wit. (zie ook akte 5)