Zoeken in archieven

Melis Heynsz, coopman van paerden, wonend te Sneeck in Frieslandt, belooft Pieter Adriaensz de Wit, oude schout van Cralingen, en Steven de Swart schadeloos te houden van aanspraken uit hoofde van de borgtocht die zij ter kamer van de Westindische Compagnie gedaan hebben voor schipper Jan Hages te Sneeck, in verband met een eventuele teruggave van een bedrag van 300 gld., als zoon en erfgenaam van Adriaen de Vries, overleden in Brasilien.

Jacob Jacobsz, schipper van Sommelsdijk, belooft aan Hendrick 't Hart, coopman te Amsterdam, 251 gld. plus de rente te betalen, welk bedrag voortvloeit uit een obligatie, verleden voor notaris Nicolaes Jacobs te Amsterdam d.d. 19-12-1637.
Tot borg stelt Dirck Willems van Noorden, wonende buiten 't Hoffpoort.

Pieter Arentsz Borsman of Boorsman bekent 300 gld. schuldig te zijn aan Martijntgen Martens, nagelaten weduwe van Arent Albertsz Borsman.

Pieter Arentsz Borsman bekent 2500 gld. schuldig te zijn aan zijn broer Crijn Arentsz Borsman, wegens overname van de helft van het bedrijf van het asijnmaken.