Zoeken in archieven

Pieter Pauwelsen verkoopt zijn huis aan Arij Jansen Keijneknegt, zakkendrager . Het huis staat aan de oostzijde van de Brandewijnsteeg, en wordt begrensd aan de zuidzijde door Barent Christiaensen, aan de noordzijde door Cornelis Ingen, en aan de achterzijde door Adriaen Balckenende.

George Thomson en Merchij Colmer, herbergier en herbergierster in herberg 'Het Swijnshooft', verklaren 1400 gulden schuldig te zijn aan Isaack van Heel, wijnkoper, wegens het kopen van wijn.

Maartgen Polen, weduwe van kapitein Jan Aartsen Dubbelaart, verklaart 300 gulden schuldig te zijn aan de erfgenamen van wijlen Elisabeth Adriaans, weduwe van Cornelis Heijndriksen Verdoes, wegens geleend geld.

Adriaen Cornelisse Verdoes verklaart op 1 januari 1660 dat de obligatie is afbetaald.

Kapitein Pieter Woutersen Wijnbergen verklaart dat Mattheus van der Velde, koopman, voor hem scheepsvictualiën heeft gekocht en betaald ter waarde van 248 gulden, en daarboven nog een bedrag van 54 gulden (in specie van 6 pistoletten) aan hem heeft geleend. Wijnbergen verbindt als onderpand een ordonnantie van de Admiraliteit, daterend van 15 november 1658.