Zoeken in archieven

Michiel Vogelesang (Vogelsanck) machtigt Leonard van Zijl, procureur voor het Gerecht, om namens hem zijn zaken waar te nemen.

Onder deze akte staat op dezelfde bladzijde dat Michiel (Michel) Macquelijn een machtiging geeft aan Leonard van Zijl.

Huigh Andriesz, wonende op de Meent, komt met Claes Besemer, beenhakker, overeen dat hij binnen een maand 300 tonnen goede turf aan Besemer zal leveren. Andriesz zal de impost betalen. Er worden afspraken gemaakt voor het geval een van hen binnen een jaar komt te overlijden. De prijs is, als Andriesz een jaar na de leverantie nog in leven is, 130 gulden.

Aan de akte is toegevoegd dat Claes Leendertsz Besemer d.d. 9 maart 1654 verklaart dat de bovengenoemde turf op 7 maart geleverd is.

Hugo Baen, advocaat in Dordrecht, die een machtiging heeft van Cornelia Repelaer, weduwe van Ocker Baen, wonende aldaar, mede erfgenaam van Adriana Repelaer, weduwe van Leonardt Busch, en die daardoor een obligatie van 200 gulden is toegekomen, machtigt Leonardt van Zijl, procureur, om zijn zaken waar te nemen.

De genoemde obligatie is d.d. 14 juni 1639 bij notaris Balthasar Blazius opgemaakt ten profijte van Leonardt Busch en ten laste van Claes Harmansz uit Charlois.

Evert Franssen Lagadeth, schipper, wonende op de Schiedamsendijck machtigt Leonardt van Zijl, procureur voor het Gerecht, om namens hem zijn zaken waar te nemen.