Zoeken in archieven

Johannes van der Tooren, horlogemaker, ongeveer 30 jaar oud, verklaart op verzoek van Anthony van Senerij, rinse wijnkoper, dat hij, attestant een zeker uurwerk heeft onderzocht door
Arij Jans Dull, herbergier te Gouda in handen gesteld, dat hij, requirant, het uurwerk taxeert. Requirant verklaart dat het uurwerk niet meer dan 24 gulden waard is.

Neeltje Jans, vrouw van Adam Tomassen, opperman, Lijsbet Robbers, vrouw van Willem Jansz, varensgezel en Lijsbet Stevens, jongedochter, verklaren op verzoek van Maggelt Huberts, vrouw van Tomas Jansz, varensgezel, hoe Robbert Leijl, stierman, eergisteren, rond 10 uur 's ochtends bij de requirant thuis is gekomen alwaar hij haar uitschold voor allemans hoer en haar ongewoon beetpakte bij haar rechter arm. Voorn Lijsbet Robberts verklaarde dat zij ongeveer 15 dagen geleden gezien heeft dat de rekwirant omstreeks 7 uur 's morgens, de voorn Leijl een doekje uit zijn zak had genomen, met daarin 3 briefjes van de lommerd geknoopt, bestemd voor de rekwirant.

Neeltje Aelbrechts wonend te Schiedam, omstreeks 52 jaar verklaart op verzoek van Pieter Meese Crael, wonend te Delfshaven, dat zij, attestant op 18-10-1655 persoonlijk een obligatie van 1.500 gulden heeft ondertekend, die de requirant haar, attestant, geleend heeft, verbonden aan een rentebrief van 1.500 gulden staande op het kantoor van de heer ontvanger, Johan Timmer.
De requirant heeft de obligatie met eigen hand geschreven volgens de brief die daarvan is.

Egbert Meese, vice admiraal van Holland en West Friesland, ongeveer 50 jaar, verklaart op verzoek van Robbert Metsel, varensgezel, wonend te Borestenes, dat de requirant ongeveer 16 jaar geleden met hem, attestant, gevaren heeft op diverse oorlogsschepen als schieman, hoogbootsman en stuurman. In welke kwaliteiten de rekwirant gedurende de voorn 16 jaar zijn tochten heeft waargenomen, 't zij tegen de Duinkerkers of Engelsen gecomporteerd heeft, zoals een vroom soldaat of persoon schuldig is te doen.