Zoeken in archieven

Leendert Cornelisse Ruijgrok, Abraham Uijtenbroek, Jan Cornelisse Ruijgrok als voogden over de minderjarige Trijntje, Jacob, Neeltje en Pieternella Huijberts Uijtenbroek, de nagelaten kinderen van Trijntje Pieters Reewijk en Huijbert Uijtenbroek. Leendert Ruijgrok verklaart de bijgevoegde inventaris van de boedel te hebben opgesteld.
Inventaris van de boedel van Leendert Cornelissse Ruijgrok en Trijntje Pieters Reewijk (eerder weduwe van Huijbert Uijtenbroek) opgesteld door het overlijden van Trijntje Pieters Reewijk in 1740. Naast Leendert Ruijgrok zijn de erfgenamen het kind uit dit huwelijk Cornelis Leenderts Ruijgrok en de vijf meerderjarige kinderen uit haar huwelijk met Huijbert Uijtenbroek: Trijntje Jacob, Neeltje, Pieternella en Pieter Uijtenbroek. Het testament bij haar eerste huwelijk gepasseerd bij Schout en Schepenen van Hillegersberg d.d. 3 mei 1720. Als voogd benoemt zij haar zwager Abraham Uijtenbroek over haar erfgenamen. Onroerend goed: huis staande en gelegen in de Berg en Broekpolder, strekkende vanaf de Bergweg belend ten oosten Johan Verstolk en ten westen Jan Vranken. Huijbert Uijtenbroek is mede erfgenaam van de boedel van Pieter Reewijk gelegen in de Berg en Broekpolder stukken land van de Watering tot de Vlietsloot, belend ten westen de erfgenamen van Cornelis Reewijk en de kinderen van Marijtje Reewijk, ten westen Willem Hartevelt en Hendrik Bovenwater, etc. Huisraad met een bijbel en lessenaar., Koeien en gereedschap voor de bouw en kaasmakerij.

Leendert Cornelisse Ruijgrok, weduwnaar van Trijntje Pieters Reeuwijk in privé en Leendert Cornelisse Ruijgrok, Abraham Uijtenbroek en Jan Ruijgrok als voogden over de minderjarige kinderen van voornoemde Trijntje Pieters Reeuwijk overleden 1740. Nagelaten zoon door Huijbert Uijtenbroekzoon, Pieter oud 23 jaar en de zoon met haar laatste man Cornelis oud 17 jaar en de minderjarige kinderen Trijntje, Jacob, Neeltje en Pieternella. Testament d.d. 1 juni 1728 van Trijntje Pieters Reewijk voor Schout en Schepenen van Hillegersberg. In deze overeenkomst wordt bepaald dat de bouwerij en veenderij wordt gecontinueerd alsof zijn huisvrouw niet was overleden en de minderjarigen worden onderhouden.

Arij Bovenwater en onlangs gewoond hebbende te Demmerik, doch heden te Hillegersberg machtigt Floris van Dijk, schout en Jacob France, secrataris van Demmerik om zijn huis, erf en beplantingen te verkopen gelegen onder het gerecht van Demmerik te Veen, strekkende van Lagendijk of Heerenweg aldaar westwaarts tot aan het land van weduwe Jacob Killewich en aan ten zuiden Willem Pietersz Colenberg.

Het echtpaar Arij de Bruijn en Marijtje Albers woont onder het Ambacht Hiilegersberg en maakt een testament op de langst levende. Arij de Bruijn benoemt zijn zoon Johannes uit zijn eerdere huwelijk met Marijtje van der Kuij tot zijn erfgenaam, naast zijn echtgenote. Tot voogden over hun minderjarige erfgenamen benoemen zij haar zwager Hendrik van der Kuij en Jan van Kasteele, chirurgijn te Hillegersberg.