Zoeken in de beeldbank

Crijn Ariensz Huijser, wonende te Ridderkerck op Slickerveer, is 200 gulden schuldig aan Bastiaen Ariensz uit Crimpen op te Leck over geleend geld.
Borg staat Pleun Crijnen Huijser, zijn zoon.

Jan Jaspersz van Santen, waard in de "Boom van Jesse", verklaart omdat notaris Andries van Aller bij hem thuis Jan Govertsz Thoen, Adriaen Hollaer, Adriaen Stoffelsz en Jacob Jansz Thielens heeft gegijseld, die toen 119 gulden 18 stuivers hadden verteerd, dat op last van de schepenen al 39 gulden 18 stuivers was betaald, en dat ook het resterende bedrag nu betaald is.

Geertruijt Adriaensdr, weduwe van Jan Cornelisz Cunst, stelt zich borg voor 23 ponden 6 schellingen 8 groten Vlaems voor Pieter Willemsz, timmerman, t.b.v. docter Joannes Furnerius, volgens een akte van Isaack de Bra van 15/11/1636.

N.N. stelt zich borg voor een wisselbrief van 100 ponden staerlincx, getrokken door Willem Scheriwod op Jan Pollaert.
Michiel Coomans belooft aan Barker hem de eerste of tweede wisselbrief ter hand te stellen, en daardoor Johan Sandes van zijn borgtocht te ontlasten.
N.B. Een deel van de akte is onleesbaar, maar wordt getekend door John Sandes en Michiel Michielsz Coomans.