Zoeken in notariële akten

Maartje Pieters Witteman, weduwe van Willem Ariensz Verburg en wonende in het Noordeinde van Berkel en Rodenrijs, herroept alle voorgaande testamenten etc. en in het bijzonder het testament gepasseerd bij notaris Simon Heijnrik Kruger d.d. 6 maart 1723, waar dit in tegenspaak is met haar huidige wilsbeschikking om haar neef Jan Ariensz Witteman te onterven. Hij moet tevreden zijn met de lening van 300 gulden, zonder op schrift gesteld bewijs door zijn vader van haar geleend en die hij als enige erfgenaam van zijn vader Arij Pieters Witteman heeft geërfd. De genomineerde executeur en voogden zijn en blijven Cornelis Steven Verburg en Jan Cornelisz Robbe en zijn gemachtigd om haar testament uit te voeren.

Inventaris van de boedel van Cornelis van den Bent en Geertje Jans Kleij, overleden op 9 maart 1732. Getuigen aanwezig bij notaris Schipper: Jan Pietersz van den Bent, wonende in Rotterdam; Geertruid van den Bent, weduwe van Jacobus van Alenburg, wonende te Leidschendam; Floortje Pieters van den Bent, weduwe van Willem Raaphorst en wonende te Leidschendam; Pieter Claasz van den Bent, wonende te 's-Gravenhage; Maarten Kleij, wonende in Rotterdam; Arij de Jong en Paulus Ammerlaan, beide wonende in Berkel en Rodenrijs handelend als voogden over de minderjarige Trijntje Pieters van den Bent en de kinderen van Johannes Pietersz Doe en Jannetje Willems de Vink en Pieter Pietersz Doe, die in het buitenland verblijft en is de nagelaten zoon van Bregtje Pieters van den Bent en Pieter Jansz Doe, allen tezamen erfgenamen van wijlen Cornelis Pietersz van den Bent. Daarbij de voornoemde Maarten Jansz Kleij, als privé persoon en Jannetje Jans Kleij, weduwe van Gerrit Dirksz Vegter, wonende in Vrijenban en werd onderhouden door boven genoemde Geertje Jans Kleij. Zij bevestigen de inhoud van deze inventaris.
Inhoud: Testament op langst levende gepasseerd bij notaris Cornelis Schipper d.d. 13 januari 1725 van Cornelis Pietersz van den Bent mr. Timmerman en Geertje Jans Kleij. Testament van Geertje Jans Kleij, weduwe van Cornelis van den Bent gepasseerd bij notaris Schipper d.d. 21 juli 1730, waarbij Arij de Jong en Paulus Ammerlaan tot voogden en executeur zijn benoemd. Inventaris van bezittingen 1194 gulden, diverse obligaties, lijsten roerende en onroerende goederen en rekeningen van schulden en lasten.

Getuigen en erfgenamen van Cornelis Pietersz van den Bent en Geertje Jans Kleij aanwezig bij notaris Schipper: Jan Pietersz van den Bent, wonende in Rotterdam; Geertruid van den Bent, weduwe van Jacobus van Alanburg en Floortje Pieters van den Bent, weduwe van Willen Raaphorst en beide wonende te Leidschedam; Pieter Claasz van den Bent, wonende in Den Haag; Maarten Jansz Kleij, wonende in Rotterdam; Arij de Jong en Paulus Ammerlaan, wonende alhier en voogden over de minderjarige kinderen van Marijtje Pieters van den Bent en de kinderen van Johannes Pietersz Doe en Jannetje Willems de Vink, met name Pieter en Willem Jansz Doe, samen erfgenamen van Pieter Pietersz Doe, nagelaten zoon van Bregtje Pieters van den Bent en Pieter Jansz Doe (Pieter verblijft in het buitenland). Hierbij de voornoemde Maarten Jansz Kleij, als privépersoon en Jannetje Jans Kleij, weduwe van Gerrit Dirksz Vegter, wonende in Vrijenban en onderhouden door haar moeder Geertje Jans Kleij.
In 13 artikelen de totale verkoop van roerende en onroerende goederen ter waarde van 3.449 gulden. Rekeningen van alle negoties in Berkel en Rodenrijs voor de begrafenis ter waarde van 458 gulden. De verdeling van 2.991 gulden: Jan Pietersz van den Bent, broer overledene 1/6 deel; Geertruid Pieters van den Bent, weduwe van Jacobus van Alenburg 1/6 deel; Floortje Pieters van den Bent, weduwe van Willem Raaphorst 1/6 deel; Pieter Claasz van den Bent, zoon van Claas Pietersz van den Bent i.p.v zijn vader 1/6 deel; 4 kinderen van wijlen Marijtje Pieters van den Bent, gehuwd geweest met Jan Pietersz 't Hoen 1/6 deel; Pieter Pietersz Doe, zoon van wijlen Bregtje Pieters van den Bent, gehuwd geweest met Pieter Jansz Doe en de 2 kinderen van Johannes Pietersz Doe en Jannetje Willems de Vink, met name Pieter en Willem Jansz Doe in plaats van hun overleden grootmoeder 1/6 deel.

Jan Jansz van den Berg, wonende in Berkel en Rodenrijs, als enige erfgenaam van zijn overleden echtgenote Marijtje Dirks van der Swaart, machtigt Willem Hoyer procureur voor het hof van justitie, om uit zijn naam zich te verdedigen tegen Willem Abrahamsz van Peridon, voor deze zelf en alsmede als voogd over het minderjarige kind van zijn broer Pieter van Paridon.