Zoeken in notariële akten

Huybert Ambrosius bekent aan zijn zwager Abraham Willemsz uit 's-Gravenhage zeshonderd gulden schuldig te zijn. Hij had die som verkregen uit het sterfhuis van Willem Reyniersz, zijn schoonvader. Bovendien is hij de interest van 5 procent verschuldigd.

Leendert Crijnen, timmerman, stelt zich borg voor de erfgenamen van Harman Warnaertsz, ten behoeve van Jasper Baltensz, voor het provisionele vonnis van 15 november 1650. Als de erfgenamen terug moeten betalen, staat Leendert Crijnen hiervoor garant.

Tanneken Cornelisdr, weduwe van Jochum Andriesz, wonend in de Nieuwpoort naast de Blaeuwe Hant, verklaarde aan Jannitgen Woutersdr, weduwe van Willem Jansz, wonend in de Lombertstraet, honderd gulden schuldig te zijn. Zij zal de schuld aflossen met vijf gulden rente per jaar.

Adriaen Lois, verver, wonend in de Nieupoort, verklaart dat de afgesproken koopsom voor de kuipen, ketels en gereedschappen door zijn zonen Jacobus Lois en Samuel Lois volledig voldaan is. Hij verzoekt de notaris voor zijn zonen hiervan een akte op te maken.

In de marge is op 29 december 1653 geschreven dat de schuld vereffend is.