Zoeken in notariële akten

Jacobus Rutgery van Rijnen, jonge man uit Oude Tonge, en Maria Marynes Verhaes, jonge dochter uit Stadt (a/h Haringvliet), sluiten een huwelijkscontract met inbreng van hun goederen. Bij kinderloos vooroverlijden van Jacobus gaat 500 gulden vlaems naar diens familie, de rest naar Maria. Omgekeerd gaat haar bezit aan onroerend goed naar haar familie, de rest naar Jacobus.
Genoemd zijn 1/4e deel in een huis en land in Tertolen en Portvliet (als door Maria geerfd van Jan Neves Dijck en oom Jan Pieter Joosten uit St Annaland).
NB: bedoeld zijn Tholen en Poortvliet-GAR.

Pieter Pleunen de Groot, jonge man, en Weijntgen Ariens, jonge dochter, sluiten een huwelijkscontract, met inbreng van hun bezit. Bij vooroverlijden een hunner wordt zijn/haar bezit gedeeld voor de helft met zijn/haar naaste familie.
Pieter wordt geassisteerd door zwager Aert Arienssen Slobbe; Weijntgen door vader Adriaen Cornelisz Keet.
Allen zijn afkomstig uit Hillegonsbergh.

Cornelis Gerritsz, vleyshouwer, verkoopt aan Jan Janssen, vleyshouwr, een huis met stalling op de Hoochstraet op het Oosteynde. Het perceel strekt tot in de haven van de Groenendael. Koopsom bedraagt 1.900 gulden, waarvan 500 gulden aan te betalen bij overdracht, en de rest op rente in een betalingsregeling.
Buren zijn Adriaan Jaspersz en de weduwe van Pieter Willems.

Matheus Andriesz, schipper en eigenaar van het schip "Matheus van Rotterdam", verkoopt aandelen in het schip aan Lieven van Colster (1/4e); Dirck Danielsen, seylmaker, (1/8e); Robbert Bort (1/8e); Thomas Janssen Roedet (1/8e); en Jan Thomasz (ook 1/8e). Hij verklaart betaald te zijn.
Het schip meet 180 lasten.