Zoeken in notariële akten

Guiljame Schaeltgis
sijdenlaecker,
en
Pieter Hemelcourt,
bevestigen te hebben verkocht, resp. gekocht, een huis aan
de
Middeldam,
belendend
Leendert Willemsz Verboom,
Quiring Meynertsz,
en
Gerrit Jansz
ceurmeester,
samen met een rentebrief t.g.v. de kerk groot 80 gulden,
voor de prijs van 4.320 gulden.
Het huis is belast met twee rentebrieven, t.w.: een t.g.v.
Cornelis Vroesen,
groot 150 gulden, en een t.g.v. de armen groot 100 gulden,
welke brieven door verkoper Schaeltgis zullen worden
afgelost, tenzij koper Hemelcourt deze overneemt in welk
geval de koopprijs daarmede wordt verminderd.

Adryanus Romanus,
Sarich Jansz
apotecker,
en
Pieter Jansz
chirurgijn,
partij ter ene zijde, en
Willem Willemsz van de Graeff,
ter andere zijde, hebben verhuurd, resp. gehuurd, een huis
aan de
Hoochstraet,
belendend:
N.N. Cranenbrouck
capiteyn,
en
Pieter Kievit,
strekkende tot aan het
Kerckhoff,
voor de periode van een jaar, ingaande 01.05.1619, tegen een
huur van 186 gulden.
Comparanten ter ene zijde handelen als geordineerde voogden
over de minderjarige kinderen van wijlen
Adryaen Saren.

Willem Michielsz
schipper op het Amsterdamse veer,
belooft alle boetes en kosten te zullen voldoen die aan
Jan Florisz
waert in de Kaetsbaen buiten de
Oude Schiedamsepoort,
door schepenen zouden kunnen worden opgelegd in verband met
zeker geschil dat Jan Florisz heeft met de pachters van de
bieraccijns of impost over de lopende termijn.

Jan Snaets den Ouden
out- schepen,
en
Adryaen Eeuwoutsz de Lange,
ter ene zijde, en
Nanninck Symonsz,
ter andere zijde, stellen vast:
dat nu 5 jaar geleden aan Michiel Pietersz, molenaer
te Delffshaven bij decreet van het Hof van Holland in
eigendom is gegeven een huis te Delffshaven, gelegen
benedendijks op de hoek van het Rotterdamse slop,
strekkende tot aan de Rotterdamse wech en belendend
Jan Thijssen, metselaer, welk huis toekwam aan
Claes Claesz Hollaert, geexecuteerde, dat dit huis
vervolgens door Michiel Pietersz is verkocht en voor het
gerecht van Delft is overgedragen aan
Nanninck Symonsz te Delffshaven met o.a. de conditie
dat Nanninck Symonsz voor de koopsom zou passeren aan
Jan Snaets den Ouden, out- schepen, en
Adryaen Eeuwoutsz de Lange, coorencooper, een
custingbrief groot 2.200 gulden, van welk bedrag Snaets 1/3
deel en Adryaen Eeuwoutsz de Lange 2/3 deel zou competeren.
Partijen stellen vast, dat Nanninck Symonsz deze
custingbrief niet heeft geleverd, maar als voorschot 300
gulden heeft betaald zodat nog resteert te betalen 1.900
gulden, dat Nanninck intussen de helft van het huis heeft
verkocht aan Maerten Cornelisz, metselaer, gewoond
hebbend te Ouwerschie en nu voortvluchtig, zodat Snaets
en De Lange de ontbrekende 1.900 gulden niet konden
bekomen. Om dit alles in der minne te regelen zijn partijen
nu overeengekomen, dat Snaets en De Lange de helft van het
huis verkocht aan Maerten Cornelisz, metselaer, in eigendom
zullen overnemen voor de door het gerecht van Delft vast
te stellen waarde en indien dit minder mocht zijn dan 1.900
gulden, verklaren Snaets en De Lange dit mindere aan
Nanninck Symonsz kwijt te schelden. Als borgen voor Nanninck
Symonsz stellen zich Huych Huybrechtsz, blockmaecker,
en Heynrick Maertensz, cuyper, beiden wonende te
Delffshaven. E}n van de getuigen,
Charles Denijs Vulsteker is waert in het
Wapen van Schotlant.