Zoeken

Maarten Gijsz de Groot en zijn vrouw Marijgje Peisd Hoogwaard, wonend te Ridderkerk benoemen elkaar bij eerstoverlijden tot enig erfgenaam en voogd van na te laten kinderen. Bij hun overlijden worden voogden en administrateurs Wouter van der Kulk en Johannes Lagerwerff, beiden wonend te Ridderkerk .

Jan Roosz Roos en zijn vrouw Maaijke Gijsd de Groot, wonend te Ridderkerk, benoemen elkaar bij eerstoverlijden tot enig erfgenaam en voogd van na te laten kinderen. Tot administrateurs van de nalatenschap benoemen ze Johannes Roosz Roos, broer van de testateur en Maarten Gijsz de Groot, broer van de testatrice.

Cornelis Francois de Jonge, ritmeester in het regiment cavallerie van kolonel Bentinck, gekantonneerd in Ridderkerk, machtigt zijn broer Marinus Jan de Jonge, gedeputeerde in de provinciale rekenkamer van Zeeland, wonend te Middelburg om zijn belangen te behartigen en de afhandeling te regelen bij de boedelscheiding van zijn grootvader van moeders kant, wijlen Cornelis Keetelaar, gewoond hebbend te Goes, nu de ooms van de comparant, t.w. Francois Nicolaas Keetelaar en Gilles Clement Keetelaar zijn overleden.

Arij Jansz de Roos, wonend te Charlois, benoemt tot zijn mede erfgename zijn dochter Lijntje de Roos, getrouwd met Jacob Zoeteman. Aan haar laat hij huis en land na. Tot enig erfgenaam benoemt hij zijn zoon Jan de Roos, wonend te West Barendrecht, die ook voogd van na te laten kinderen en administrateur van de nalatenschap wordt.