Zoeken

Jan Huijgen, 21 jaar en zijn vrouw Maritje Ariensdr, 22 jaar, wonend in het ambacht van Kralingen, verklaren op verzoek van Jacob Pietersz Verpost, mede wonend in Kralingen, dat waar is dat zij attestanten op 27 oktober j.l. bij zonsondergang, hebben gezien dat requirant en zijn zwager, Zier Jansz zaliger en Gerrit Jansz aan het worstelen waren voor de Kortekade op de Boschweg in het voorn ambacht, tegen 2 personen wonend alhier, om het vogelroer dat zij bij zich hadden te bekomen. Uiteindelijk is Zier Jansz onder zijn linker borst geraakt en dood geschoten.

Jan Huijgen, 21 jaar en zijn vrouw Maritje Ariensdr, 22 jaar, wonend aan de Veenweg in het ambacht van Kralingen, verklaren op verzoek van Gerrit Jansz, jongman, dat zij, attestanten, op 27 oktober laatstleden na de middag, rond zonsondergang, toen reqirants broer, Zier Jansz en zijn zwager, Jacob Pietersz Verpost, bezig waren voor de Kortekade op de Boschweg in het voorn ambacht, om zekere 2 personen, hun vogelroer dat ze bij zich hadden af te nemen omdat een van de twee ermee had geschoten. Tijdens de worsteling is het voorn roer afgegaan in of onder de linkerborst van Zier Janse. Deze stortte neer en was binnen een uur overleden.

Jan Huijgen, 21 jaar en zijn vrouw Maritje Ariensdr, 22 jaar, verklaren op verzoek van IJsbrandt Zieren Sparwoude, allen wonend in het ambacht van Kralingen, dat zij, attestanten op 27 oktober laatstleden, een half uur voor zonsondergang, toen Zier Jansz zaliger, naast zijn broer Gerrit Jansz en zwager Jacob Pietersz Verpost aan het worstelen waren voor de Kortekade op de Boschweg in het gemelde ambacht tegen 2 personen, om het vogelroer wat zij bij zich hadden, te bekomen omdat er een werd beschuldigd van schieten. En dat de het roer afgenomen werd nadat de persoon in of onder de linkerborst van voorn Zier Jansz geschoten had.

Frans Cornelisz Stolck, mede wonend te Kralingen, verklaart op 23-01-1659, dat de voorn Zier Jansz neer werd geschoten waar hij bij had gestaan en had gezien dat de voorn IJsbrand Zieren Sparwoude reqirant in de bovenstaande attestatie geen handen of iets anders aan het roer heeft gehad.

Catalijntje Simonsdr, weduwe van Willem Roelants Storve, verkoopt aan Pieter Willemsz Storve, haar zoon, een huis, staande aan de oostzijde van de Langelijnstraat, belent ten zuiden ene Jacob, grutter en ten noorden Pieter Craen, strekkend voor uit de voorn straat oost tot aan het erf van Claes Waelinghe toe.