Zoeken

Cornelis Jansz, scheepstimmerman, 25 jr en Ary Pietersz Thooft, stuurman 24 jr, verklaren op verzoek van Abraham Pouwelsz, schipper op het schip de Hope genaamd, dat hij in Nantes met Dirck Dircksz, schipper, een overeenkomst had om de opbrengst te delen van een hoeveelheid lading bestemd voor Rotterdam.

Claes Pietersz, spellemaecker bevestigt de akte van huwelijkse voorwaarden van 1 november 1628, verleden voor schepenen.
Hij prelegateert aan zijn vrouw Aeltgen Ariensdr een bed en vermaakt aan de navolgende personen ieder 1/7 van zijn bezit:
1. weeskinderen van Claes Claesz,
2. kinderen van Stoffel Cornelisz verwekt bij Lijntgen Claesdr, testateursdochter,
3. kinderen van Esias Claesz,
4. Pieter Claesz,
5. Jeremias Claesz,
6. Lysbeth Claesdr,
7. en zijn vrouw.

Gerrit Gerritsz, 50 jr, Ary Pietersz, 42 jr, Leendert Florisz, 26 jr, allen schipper, verklaren op verzoek van Abraham Livens (?), schipper dat zij hem met zijn schip ontmoet hebben op de Issel en bij Sparedam, waarbij het schip zo zwaar geladen was, dat hij "onbequaem was coopluydengoederen over stroomen te voeren".
Leendert Floren verklaart dat hij tijdens die reis met schipper Abraham voer en dat het schip geladen was voor Heyman Claesz.

Aeltgen Schafs j.d., 25 jr machtigt haar cousijn mr Hendrick Loers rentmeester te Tongeren inzake de verdeling van de erfenis van haar vader Art Schafs en haar moeder Lintgen van Millen, overleden te Hasselt, waarvan haar ¼ deel toekomt.