Zoeken

Esaias Jansz van Nottelen cruydenier en zijn vrouw Adriaentgen Goosensdr
benoemen elkaar tot universeel erfgenaam.
Na de dood van langstlevende vervalt de erfenis aan gemeente waarin zij
gedoopt zijn en die samenkomsten houdt in de Leeuwestraet, mits een derde
gedeelte uitgekeerd wordt aan de zustergemeente te Haerlem.
Zij legateren aan:
Jan Barensz van Nottely vader van voorn. Esaias 400 gulden;
aan haar nichten Jannetgen Pieters wonend in Sgravenhage 200 gulden;
Heyltgen Pieters 100 gulden;
en Lijntgen Govers 200 gulden;
alsmede aan Jacobmijntgen Jans weduwe van Joris Huybrechts.



Een akte van huwelijkse voorwaarden
is gepasseerd voor notaris Eewout
Everarts te Haerlem in 1615.

Reynier Aelberts Laerman lootgieter en coopman
bekent 600 gulden schuldig te zijn aan
Aeffgen Cornelisdr. Matelieff
weduwe van Cornelis Andries Coning voor geleend geld.

Jacob Ariensz backer en
Balthasar Huys, schilder
verklaren 400 gulden schuldig
te zijn aan Pieter Pelt.
N.B. Akte is doorgehaald.
Jacob tekent als Jacob
Arienss Doornaer.

Op verzoek van
Engeltgen Gerritsdr
weduwe van
Ghijsbert Jansz mesmaecker
verklaren
Pieter Gillisen metselaer 50 jr
en Catelijn Hendricxdr 44 jr
dat ten tijde van het beleg van Breda
de man van Engeltgen tabak kocht
van Aelbert Pietersz de Focker.
Overeengekomen werd dat in Dordrecht
een impostbrief zou worden geleverd,
hetgeen niet is gebeurd.