Zoeken

Isaack Elseviers, capiteyn geweldige van 't Collegie ter Admiraliteyt, verklaart schuldig te zijn aan Pouwels Timmers, oud-schepen, en Adriaen van der Tocq, kooplieden, de somma van 1.000 gulden.

Jacob Fransz, hoochbootsgezel ter oorlog onder capiteyn Haecxwant, machtigt zijn vrouw Mary van Gelen om namens hem zijn gages te innen bij de Oostindische Compagnie, kamers Amsterdam en Middelburg.

Hendrick Janssen Groyhout en zijn vrouw Jannetgen Jans benoemen elkaar tot erfgenaam met de bepaling dat zijn voorzoon Herman Hendrix, die 4½ jaar geleden is vertrokken zonder bericht na te laten, eerst dan zijn legitieme portie zal krijgen als hij binnen de stad of in Holland zal zijn gekomen, met uitsluiting van de weeskamer.

Carel Claesz Weytmans, tegelbacker, en zijn vrouw Maritgen Goverts de Meyer benoemen elkaar tot erfgenaam met een bepaling t.a.v. hun kinderen, met uitsluiting van de weeskamer.