Zoeken

Op verzoek van Joan Mortemar dienaer als rutter onder ritmeester Willem Hey van het garnizoen te Maastricht, verklaart Willem Allen schipper op het schip Gaeff van Godt, van Barostones in Schotland, dat Joan Mortemar met hem meegevaren is van Barostones naar Rotterdam en daar heden is aangekomen.

Alvorens als bootsgesel met het schip het Hooff van Hollant, met als schipper Jan Bouwensz vanuit Delfshaven naar Oost Indië te vertrekken benoemt Bastiaen Dirksz Kemels, j.m. tot zijn erfgenamen:
zijn grootmoeder Lijntgen Kemels weduwe van Barkel Kemels voor de ene helft, en zijn 2 zusters voor de andere helft Zijn tante Maycken Bartholomeusdr Kemels zal de plaats innemen van zijn grootmoeder, indien deze voor hem overlijdt. Bovendien machtigt hij zijn grootmoeder zijn zaken voor hem waar te nemen.

Susannetgen van Goor, weduwe van Huibrecht van den Broeck en haar zoon Jacob van den Broeck, erfgenamen ingevolge testament d.d. 07-10-1632 van Itgen Daniels van Cranenbroeck j.d. te Heekelingen, machtigen hun neef Erasmus van Goor wonende te Struyen om het huis en land uit genoemde nalatenschap te verkopen, veilen etc. gelegen te Hoylen in Brabant of elders.

Mathijs Wijlants schrijnwercker, weduwnaar van Martijntje Florisdr en zijn gewezen dienstmaagd Neeltjen Jans komen een regeling overeen betreffende het kind door hem bij haar verwekt.
N.B.: Mathijs ondertekent als Mathijs Weynlants.