Zoeken

Op verzoek van Gerrit Jacobsz, molenmaker en zijn vrouw, wonende aan de Schye, verklaren Jan Ariensz van Grol, backer 42 jr., Maritgen Cornelisdr, Lysbeth Jansdr, 25 jr. vrouw van Boudewijn Jansz, Maertgen Heyndericksdr, vrouw van Jan Andriesz, Lysbeth Dirckxdr, vrouw van Ary Jansz, Maycken Claesdr, 24 jr. weduwe van Willem Lourensz, Neeltgen Cornelisdr, j.d. 32 jr., en Jannetgen Cornelisdr, 36 jr. weduwe van Dirck Jansz, als buren van requirants dochter Maritgen Gerritsdr vrouw van Huybert Loedewycxz, dat genoemde Maritgen een dermate liederlijk leven leidt dat haar man niet in vrede met haar kan leven.

Op verzoek van Pietertgen Dirixdr, weduwe van Daniel Hermansz verklaart Jan Cornelisz Meppel, gewezen schipper op de Juppiter en aangekomen van de Straet van Napels, 33 jr., dat requirantes man door hem te Napels is aangenomen als constabel en ca. 3 maanden is overleden op de rede van Allecante.
Voorts dat schipper Hendrick Claesz Cat van Broeck in Waterlant, nu varende van Amsterdam met het schip de St. Pieter, met hem op de rede van Allecant was met het schip de Groote Roose, dat hij requirantes man ook gekend heeft en weet dat deze te Allecant overleden en begraven is.

Sara Jacobsdr de Vos, vrouw van Lourens Madeus dienaer des Godd Woorts te 's-Gravenhage, verklaart dat Grietgen Claesdr, weduwe van Cornelis Schot, wonende te Dordrecht, zich borg gesteld heeft voor comparante voor een bedrag van 350 gulden, van welke borgtocht comparante haar bij deze ontslaat.

Ida Ariensdr, wed. van Willem Ariensz in zijn leven schiptimmerman, machtigt haar dochter Neeltgen Willemsdr, vrouw van Herman Hendricksz, om van de Oost Indische Camere te Amsterdam de gage enz. te incasseren verdiend door comparantes zoon Allert Willemsz die als bosschieter naar Oost Indië is vertrokken met het schip de Maestricht nu ca. 6 jaar geleden.