Zoeken

Merten Euwoutsz de Reus, coopman en oudt schepen, bevestigt schuldig te zijn aan Agata Welhouck, wed. van Cornelis Jansz Hertichvelt in zijn leven burgemeester en Raedt, een bedrag van 2.000 gulden.

N.B.: Blijkens aantekening in de marge is deze obligatie op 05.04.1644 geheel afgelost.

Jan Cornelisz, varendeman als bootsgezel onder capiteyn Post en zijn vrouw Lysbeth Jansdr, machtigen Wessel Ghijsbertsz backer wonende te Dordrecht en Wijnant Ghijsbertsz om van capiteyn Post voornoemd alle drie maanden een bedrag van 6 gulden te incasseren in mindering op comparants maandgeld tot een totaal van 31 gulden, welk bedrag comparant hen schuldig is voor geleverd brood.

Pieter Beyert, blickslager, en zijn vrouw Mayken Jacobsdr bevestigen hun huw.voorwaarden gepasseerd op 23.10.1641 t.o.v. notaris Hofflant en geven nadere voorzieningen voor hun eventuele kinderen.

Claes Janssen, timmerman, en zijn vrouw Lysbeth Pietersdr bevestigen schuldig te zijn aan Adriaen Dirixz van der Leeuw een bedrag van 100 gulden wegens geleend geld.

N.B.: De akte is doorgehaald.