Zoeken

Kersgen Crijnen, huisvrouw van capitein Jan Janss van Nimwegen, oud 72 jaar en Maria Jans, huisvrouw van Jan Franss de Vries, coopman, oud 67 jaar, verklaren op verzoek van Trijntge Gerrits, weduwe van Jacob Dircxs, wonende in de Rijstuyn, dat zij de liggging van haar huis en erf, alsmede dat van wijlen Jan Joppen al zestig jaar kennen en hen bekend is dat het hemelwater placht te vallen op het erf van wijlen Jan Joppen, dat nu toebehoort aan Jop Ghijsberts Cruijt.
Ook verklaren zij dat ettelijke jaren geleden aldaar een loods is getimmerd, die zijn uitloop heeft in de goot, liggende in de gang bezijden de behuizing van Trijntge Gerrits tot in de Rijstuyn toe, zonder dat er ooit een andere waterloop of lozing door de goot heeft gelopen.

Barent Schrader, operateur en chirurgijn, wonende te Bleyswijck, verhuurt voor de tijd van 4 jaar aan Cornelis Leenert Mats de jonge, wonende aan de Rotte in het ambacht van Hillegontsberg een huis, barg en erf, waarop twee schuren en het vruchtgebruik van de ooftbomen op het erf en bijbehorend land, strekkende van de Hogeweg tot Mees Cornelis Roelen toe.
Belend ten noorden Adriaen Heynderijcks en ten zuiden Sijmon Adriaens, Ook wordt nog verhuurt een stuk land, strekkende van de voornoemde weg tot Allaert Adriaens Prins, belend ten noorden door Dirck Lenerts Leeuwen en ten zuiden door Dirck Maertens van Alphen.
Het huis, en het land is gelegen in het ambacht van Bleyswijck in de Grootemolenpolder.
De huurder belooft jaarlijks op Kerstmis of op Ste. Peterstoel voor ieder margen land 26 gld contant.
Maerten Jans Roosien, mede wonende aan de Rotte bij het Wollefoppenverlaet, stelt zich borg voor de huurder.

Melchior van der Borcht, wonende te Middelburch in Seelant, herroept zijn testament d.d. 14/01/1644 gepasseerd voor deze notaris.