Zoeken

Jacob Batholomeesz Vercuijck, wonend in de polder onder de Ketel, verkoopt zijn achtste deel van 15 morgen en 1½ hondt land, gelegen in Cabau, en het achtste deel van een huis en erf met alle beplantingen, gelegen bij dezelfde hofstede, ten oosten van Cornelis Jansz, en ten westen van Claes Harmansz, en strekt van de Halve Cawetering tot aan de Breedijck. Ook verkoopt hij 5 morgen land min 1½ hondt, gelegen in Cabau, ten oosten van Cornelis Canberden, en ten westen van Joost Jansz. Dit land heeft hij geërfd van Barhtolomees Aerijens en Annetgen Jacobs, zijn ouders.
Hij verkoopt al het land aan Gerrit Bastaensz Cover voor 1200 gulden.

Maijcken Dircx Appeldoorn, echtgenote van Arent de Jong, geassisteerd door haar voogd Jan Huijgens Coornhart, verkoopt haar 2 tuinen, gelegen in Ruijbroeck buiten de Goutsepoort, aan Johan van Aldewerelt, wonend te Amsterdam, voor 750 gulden.
De tuinen zijn belend ten noorden door Frans de lootgieter, ten westen door de weduwe van Govert Tholing, en strekt uit de halve sloot tot achter aan het huis van Abraham de Jong.
De tuinen zijn belast met 200 gulden op naam van Abraham de Jong en
450 gulden op naam van Jan Gerritsz, en komt ook voor rekening van de koper.

Jan Aerijensz, varend als timmerman bij capteijn Engebrecht Pietersz van der Zee, verkoopt zijn huis en erf, gelegen op de Dwershaven, tegenover het Magasijn van de Admiraliteijt alhier, aan Leendert Cornelisz, voor 275 gulden en rentebrieven ter waarde van 100 gulden.
Het huis is belend ten noorden en ten zuiden door Geertruijt Cornelis, weduwe van Joris Adriaensz Smout, en strekt voor van de straat tot achter aan het huis van genoemde Geertruijt.

Jan Willemsz, wonend te Schiedam, verkoopt 2 loodsen met erf, gelegen aan de westzijde van de Schiedamsedijck, aan Marcelis Verbeeck en aan Joris Verduijn, voor 1525 gulden en een rentebrief van 875 gulden op naam van Egberts Jacobsz. De loodsen zijn belend ten noorden door Dammis Jansz, brouwer, en ten zuiden door de Stadtserff.