Zoeken

Jan Cornelisz Meeldijck en zijn vrouw Maertge Cornelisz benoemen elkaar tot erfgenaam met een bepaling t.a.v.
haar halfzuster Annetgen Basteaens,
de kinderen van Teunis Meeusz,
de kinderen van Logier Meeusz,
de kinderen van Neeltge Meeusdr en
zijn zuster Willemtge Cornelisdr.

Jan Jaspers van Luyck, quartiermeester onder capteyn Anthony van Schulenburch, benoemt tot zijn erfgename Maertgen Aryens, weduwe van Meeus Pieters, de tante van wijlen zijn vrouw, met legaten voor:
- Gerrit Jans, corporael onder dezelfde kapitein, waaronder de vordering ad 8 gulden op enen Dingeman betreffende de verkoop van een broek,
- zijn zuster Jannetgen Jaspers.

Lijsbeth Bartholomeusdr, laatst weduwe van Abraham Aryaens, wonende in de Karemelcksteech, benoemt tot haar erfgenamen:
Maertgen Abrahams, Hillegont Abrahams en Geertruyt Abrahams, haar kinderen van haar laatste man, en
haar kleinkinderen Jannetgen Joosten, dochter van Grietgen Govers en Govert Bartholomeusz, zoon van Batholomeus Goverts.

Machtelt Jans, weduwe van Pieter Jans de Doodt, benoemt tot haar erfgenamen:
Grietgen Jans en Jefgen Jans, zusters van haar man, en
haar broer Jan Jacobs, met legaten voor:
Lijsbet Dircx, vrouw van schepen Cornelis van der Aa,
Maria Blanckert, dochter van Pieter Jans Blanckert, brouwer,
de Armen van de Grooten Kerck en van de Remonstrantse Gemeente, en Maertge Jonasdr, j.d., die bij haar inwoont.
Tot executeurs testamentair worden benoemd Cornelis van der Aa en Peter Jans Blanckerts.
Cornelis van der Aa moet worden ontlast van de waarborgtocht voor haar huysje op de Kipstraet achter ´t Verbrande Clooster, verkocht aan Thomas Teuerisz.