Zoeken

Diewertgen van Driel, vrouw van Cornelis van der Lee, apothecaris, benoemt haar moeder, Aeltgen Harmansdr van der Vult, tot erfgename.

Het echtpaar Quirijn van der Linden, capiteyn van de burgerij, en de zieke Maria Adriaensdr van der Haeven benoemen elkaar wederzijds tot erfgenaam. Hun getrouwde zoon Adryaen van der Linden heeft reeds zijn erfdeel ontvangen.

Het echtpaar Abraham Abrahamsz van Cooperen, craanmeester, en Annetgen Jansdr benoemen hun kinderen tot erfgenamen. De bepalingen ten aanzien van de nalatenschap als opgemaakt in de huwelijksvoorwaarden, en zoals gepasseerd voor notaris Frank Jacobsz op 18-02-1642, worden verworpen.

Heyltgen Pietersdr Cooman uit Mijnheerssen, weduwe van Geleijn Arijensz Messij, benoemt haar kinderen tot erfgenamen. Zij wordt geassisteerd door Jan Burgersz van Loon, cruydenier. Haar kinderen zijn Neeltgen Geleijnsdr die gehuwd is met Bastiaen Willemsz Pras of Plas, Arien Geleijnsz, Maertgen Geleijnsdr. Legaten komen toe aan de twee kinderen van haar overleden zoon Pieter Geleijnsz, die worden vermaakt aan Aechien Sijmonsdr.
Maertgen zal het huis, erf en pothuis van de testatrice krijgen. Dit huis ligt aan de oostzijde van de Voorstraet binnen Mijnheerssen, belend ten zuiden Jan van de Pol, secretaris van Middelharnis, belend ten noorden Cornelis Perdon.

N.B. De naam Massij en Messij wordt door elkaar gebruikt.