Zoeken

Jeroen Heindricxz Meöes, varendeman en zijn vrouw Jannetgen Lintlaegen, wonend aan het Westersche Hooft benoemen elkaar tot erfgenaam.
Als hij zonder kinderen sterft, dan krijgen zijn erfgenamen 6 gulden. Als zij voor haar man komt te overlijden benoemt zij haar voorzoon Heindrick van Duffen tot erfgenaam, haar man krijgt dan 1/4 deel van de boedel.
Willem Slingerlant en Adriaen van Duffen, broer van haar overleden man uit Schiedam worden benoemd tot voogden over haar voorzoon.

Leunis Jansz Hollaer, 19 jr, Lijsbeth Jans Hollaer, 17/18 jr en Meijnsge Jans Hollaer, 16 jr, kinderen van wijlen Joan Hollaer en Catarina van Dongen, benoemen als zij ongetrouwd en zonder kinderen sterven hun moeder Catarina tot erfgenaam.

Maritgen Dingemansdr van Haemstee, jongedochter, ziekelijk, herroept het testament van 12 juli 1664 bij deze notaris gepasseerd en vermaakt legaten aan de Vlaemse Menonnistegemeente die vergadert in de Leeuwestraet, aan Willem Gerritsz de Moor haar neef, Maritgen Gerritsdr de Moor, haar nicht, Maria van Raedt, Heindrick van Raedt, Antonette Engels, Maritgen Pietersdr die bij Abram Engels woont, Wouter Anthonisz, Trijntge Anthonisdr, Maertgen Heindricksdr, Anthonij Gerritsz, Stijntge Pietersdr, Geertge N.N., vrouw van Johannes Vermeer, Maritge Anthonisdr Godtschalck, en Maritgen Westberch.
Zij benoemt tot erfgenaam haar zuster Ariaentge Dingemansdr van Haemstee, getrouwd met Pieter Jacobsz Hoyer.
Zij benoemt tot voogd en administrateur Anthonij Goodtschalck en Abram Engelsz.

Joris Ariensz Zeeman, wonende tot Noortwijck op Zee en voornemens om als bootgesel ter haring te varen voor Willem Verduijn, coopman met het buijsschip genaamd "De Ruijter" met als stuijrman Pieter de Ruytter en zijn vrouw Ettgen Jansdr benoemen elkaar tot erfgenaam.