Zoeken

Neeltgen Andries, vrouw van Pieter Lievensz Pijl van Middelburch, en Crijn Gerritsz, volmacht hebbend van zijn schoonvader Engebrecht Jansz die de bijlbrief van de nagenoemde schuit heeft, zijn mondelinge gemachtigden van Pieter Lievensz Pijl.
Zij verkopen de cromstevenschuijt, die in de haven bij de Valckebrugge ligt, aan Dirck Dircxsz Grasman, schipper.
Het schip is belast per bijlbrief met 850 gulden.
De koopsom bedraagt 1000 gulden, waarvan 400 gulden contant en de resterende 600 gulden in 3 porties van 200 gulden per jaar betaald moet worden aan Engelbrecht Jansz. De oude bijlbrief moet worden vernietigd.

Magdeleentge Arijens, weduwe van Pieter Cornelisz van de Knap, verhuurt een huis en erf aan de zuidzijde van de Nieuwe Haeven, dat tegenwoordig bewoond wordt door een backer, met nog de achterkamer van haar huis dat ten westen van het voornoemde huis gelegen is, aan Edmont Cherman, Engels coopman, voor 1 jaar voor 250 gulden.

Grietgen Heindricx, weduwe van Isaack Abramsz Wassenburch, verhuurt haar huis en erf, dat op de oosthoek van de Corte Lijnstraet aan de Kipsloot staat en waar Den Gloeyenden Oven uithangt, voor 3 jaar aan Willem Cornelisz, backer, voor 24 Vlaamse ponden + een daelder schattinge per jaar.
De verhuurster houdt een gedeelte van het huis.
De huurder mag alleen zijn backneringe doen in het huis.

Suzanna van Quickelberch, weduwe van Jonas Cabbelliau, verkoopt een tuin, erf en speelhuisje met beplanting, gelegen aan de Cingel buiten de Goutsepoort, aan Henrick Fransz, backer.
De tuin wordt belend door de gangen van Abram Jacobsz, tuynder, aan de achterkant en Abram Jacobsz ten westen en strekt voor van de tuin van Isaack Crijnen achter tot in de halve sloot van het land van de overleden Eeuwout van Bijlwerff.
De koopsom bedraagt 800 gulden.