Zoeken

Susanna van Quickelberch, weduwe en erfgenaam van Jonas Cabelliau, wordt bijgestaan door de notaris als haar gekozen voogd.
Zij verkoopt haar hoffsteede, genaamd Vossenburch, met ca. 20 gemeten zay- en weijlant, die in 3 porties gelegen zijn onder de jurisdictie van Barle Bossche alias Ouden Bosch, met nog 2 gemeten boschlant in de Noorthouck, genaamd de Zegge, die volgens de grontbrieven waar de belendingen in staan gekomen zijn van Govert Pieters Gijssen, aan haar zoon Samuel Cabelliau, bedienaer des H. Evangely in Gravenhaege.
De jaarlijkse belasting is verschuldigd aan het Sinte Barents Clooster.
De koopprijs is gezamenlijk overeengekomen, de verkoopster zegt betaald te zijn.

Jan Leunisz de Goede, cruijdenier, verkoopt zijn huis en erf aan de oostzijde van de Voorstraet in Dircxlant aan Leendert Cornelis, timmerman te Dircxlant.
Belenders zijn Jan Pietersz Zeeu ten zuiden, Jan Cornelis Noorman ten noorden en een achterweg aan de achterkant.
Er is een oude giftebrief d.d. 1-8-1639.
De koopprijs bedraagt 900 gulden + 25 gulden speldegelt voor de vrouw van de verkoper.

Frans Pietersz van Heer, cuijper, verkoopt zijn huis en erf aan de Kipsloot achter het Manhuijs aan Claes Jansz van Willich, schoenmaker.
Belenders zijn Jan Pietersz Metselaer ten oosten, Jan Heindericxsz Schoonebeeck ten westen en achter Aryen Aryensz, cuyper.
De verkoper heeft het huis gekocht van Cornelis Huygen van den Wet volgens de giftebrief.
Het huis is belast met 2300 gulden + rente, die van de koopprijs van 3000 gulden afgetrokken mogen worden.

Jacob Hendericxsz Valck, brandewijnbrander, verkoopt 2 huizen en erven, behalve de branderie-gereedschappen, gelegen aan de westzijde van de Baenstraet aan het eind, aan Thomas van Esch te Delff.
Belendingen zijn de Vestsloot ten noorden, Jacob Jansz Vos ten zuiden en achter de sloot.
De huizen zijn belast met 2650 gulden.
De koopsom bedraagt 4100 gulden. De belasting ad 2650 mag hiervan afgetrokken worden zodat er 1450 gulden contant betaald moet worden.